UWV WERKBEDRIJF (VOORHEEN CWI)
Zonder tussenkomst van de kantonrechter of het UWV Werkbedrijf (UWV) is ontslag meestal niet mogelijk. Deze regel kent de volgende uitzonderingen:
- ontslag in de proeftijd;
- aflopen tijdelijk contract;
- ontslag op staande voet (voor zover dat terecht is);
- faillissement werkgever;
- ontslag met wederzijds goedvinden;
- ontslag in het onderwijs en voor ambtenaren.
Doen bovenstaande gevallen zich niet voor dan dient werkgever bij ontslag het UWV Werkbedrijf te benaderen voor ontslag om bedrijfseconomische redenen of langdurig ( meer dan 2 jaar ) ziek zijn van werknemer, of de kantonrechter als er zich een andere ontslagreden ( persoonlijke reden genoemd ) voordoet.
BEDRIJFSECONOMISCHE REDENEN
Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen kan worden gedacht aan:
een slechte financiële situatie, structurele werkvermindering, bedrijfsorganisatorische redenen, beëindiging van (een deel van) de bedrijfsactiviteiten en technologische veranderingen (bijvoorbeeld automatisering).
PERSOONLIJKE REDENEN
Een werkgever kan om persoonlijke redenen een ontslag aanvragen in het geval er sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie, de werknemer onvoldoende functioneert, de werknemer langdurig of regelmatig ziek is, of indien werknemer nalatig of verwijtbaar heeft gehandeld.
De procedure bij het UWV Werkbedrijf is als volgt.
De werkgever vraagt toestemming aan het UWV Werkbedrijf om de arbeidsovereenkomst te mogen beëindigen. Deze aanvraag dient goed inhoudelijk onderbouwd te zijn. Het UWV stuurt vervolgens een kopie van de aanvraag aan de werknemer. De werknemer kan desgewenst verweer voeren tegen het verzoek van de werkgever. Ontslaghulp van een ontslagadvocaat daarbij is raadzaam.
Vaak krijgt de werkgever daarna weer de gelegenheid om op het verweer van de werknemer te reageren. Vervolgens kan de werknemer op die reactie ingaan. Het dossier is dan compleet.
ADVIES ONTSLAGCOMMISSIE
Het dossier wordt in voorkomende gevallen voorgelegd aan de Ontslag adviescommissie. Hierin zitten vertegenwoordigers van werkgever- en van werknemersorganisaties. De commissie adviseert over het al dan niet verlenen van toestemming voor ontslag.
Het UWV neemt naar aanleiding van dit advies een beslissing. Deze beslissing wordt, inclusief motivering, verstuurd aan de werkgever en aan de werknemer. Tegen de beslissing kan beroep worden ingesteld bij de kantonrechter.
Indien de ontslagvergunning is verleend zal de werkgever binnen 2 maanden gebruik moeten maken van die vergunning. De werkgever moet daarbij een opzegtermijn in acht nemen. Deze termijn is gelijk aan de opzegtermijn voor de werkgever, zoals die genoemd staat in de arbeidsovereenkomst of de CAO, of indien daar een opzegtermijn ontbreekt aan de wettelijk opzegtermijn, minus de procedure tijd bij het UWV. Wel moet er in ieder geval 1 maand opzegtermijn overblijven!
OPZEGVERBODEN
In bepaalde gevallen geldt een zogenaamd opzegverbod. Zo kan de arbeidsovereenkomst niet worden opgezegd tijdens zwangerschapsverlof of bevallingsverlof en geldt er een extra ontslagbescherming voor zieke werknemers (voor zover deze nog niet 2 jaar arbeidsongeschikt zijn) en voor werknemers betrokken bij de medezeggenschap (bijvoorbeeld leden van de ondernemingsraad).
ONTSLAGHULP
De regels die gelden bij ontslag zijn ingewikkeld, ook bij UWV Werkbedrijf ontslag. Vraag daarom tijdig advies en ontslaghulp van een ontslagadvocaat of ontslagjurist van Ontslagspecialist. Krijgt u ontslag als ambtenaar, of ontslag als leraar, kijkt u dan op onze webpagina’s over dat onderwerp. Ontslagspecialist helpt ook bij ontslag ambtenaar en ontslag leraar.
Bel: 0900 – 123 73 24 of mail ons indien u een vraag heeft over het UWV werkbedrijf.